Ik vroeg een kleuter om liefdesadvies en dit is wat hij zei

Vanaf mijn eerste (stage)dag als leerkracht is me één ding pijnlijk geworden. De vragen ‘Ben je al getrouwd?’ ‘Heb je met iemand verkering?’ ‘Hoe heet jouw vriendje?’ of nog erger ‘Hoeveel kinderen heb je?’ zijn onvermijdelijk. Kortom; ik ben een heleboel maar buiten dat vooral heel erg vrijgezel!

De onopvallende hints van mijn familie worden steeds minder onopvallend. Er staat heel demonstratief een lege stoel aan onze eetkamertafel. Een eenpersoonsbed is het stralende middelpunt van mijn kamer. Een humoristische vriendin zorgde ervoor dat ik dagelijks word overspoeld met mailtjes van Lexa, Pepper en singlecoaching. Er is dus werk aan de winkel. En aan wie had ik beter advies kunnen vragen dan aan één van mijn kleinste vrienden?

Ik vroeg mijn buurman (ik noem hem Thijs, want zo heet hij) om advies. Hij is al 6 jaar en Jochem van Gelder zou er heel wat voor over hebben om hem in praatjesmakers te krijgen. Deze mini-Casanova heeft me precies uitgelegd hoe het allemaal zit. Ik overdrijf het niet, hij heeft namelijk 3(!) vriendinnetjes. Ik vroeg hem de volgende dingen;

Wat moet ik doen als ik iemand leuk vind?

‘Je moet een knipoog geven. Dan doe je één oog dicht en dat weet iemand dat je op hem bent. Of je kan een briefje schrijven of een tekening met hartjes en het aan vragen’

Als ik iemand leuk vind stuur ik hem wel eens een berichtje. Maar dan krijg ik geen antwoord, of het duurt heel lang. Wat betekent dat?

‘Dat weet ik niet. WIE DAN?! Misschien vindt hij het een beetje spannend omdat je zo groot bent. Ik vond het eerst ook eng om met jou te praten, een beetje, op het begin. Maar nu niet meer hoor. Of je kan hem bellen en vragen waarom hij je niet aardig vindt.’ Ojee, niet bellen…

Als ik met iemand afspreek weet ik soms niks om te doen. Heb jij een idee?

‘Je moet samen een ijsje eten, en dan een aardbeienijsje, dat is lekker. En je kan naar de film en de film met Elsa kijken.’ Met Elsa? Bedoel je Frozen? ‘Ja! En als je niks meer weet te zeggen moet je kussen op de wang. En dan moet je deze broek aan, die is mooi.’ *ik kijk verbaasd naar beneden en zie mijn simpelste spijkerbroek* ‘Ja en je haren los met een bloemetje.’

Oké, dankjewel! Als ik jouw adviezen opvolg komt het vast allemaal goed. Kom je dan op mijn bruiloft als ik ga trouwen?

Haha, dan ben ik vast al heel groot!
Bedankt voor het vertrouwen, kleine man. Jij komt er wel.

  
  

Het mysterie van de verdwenen koffieautomaat 

De afgelopen weken zijn mijn mede-studenten en ik in de ban van de verdwenen koffiemachine. Enige tijd geleden kwam ik nietsvermoedend onze kleurrijke aula binnen toen ik tot mijn grote verdriet op de plek waar wij altijd onze koffie konden tappen werd aangekeken door een groot gapend gat en wat stof. Mijn hart werd verscheurd, mijn vermogen tot incasseren kon deze grote teleurstelling niet aan. Ik bleef verbijsterd staan met twee prangende vragen; hoe lang en WAAROM?!

Wekenlang hebben we getracht te functioneren zoals van ons verwacht mag worden maar dan zonder onze dagelijkse cafeïne. Zonder succes. Er werd massaal gefaald bij de taal- en rekentoetsen, fkt’s en OGP’s. Protestfacebookpagina’s werden aangemaakt zonder ook maar één woord correct te spellen. Studenten kwamen met hooivorken naar school. De lerarenkamer werd belaagd door wanhopige koffiedrinkers en onder de docenten werd een strak schema opgesteld waarin stond wie wanneer de lerarenkamer met zijn leven zou bewaken. ‘Wij weten ook niet waar jullie automaat is gebleven’ aldus een woordvoerder van Fontys hogescholen. ‘We doen er alles aan dit uit te zoeken’. 

Maar… Afgelopen week werden mijn gebeden eindelijk verhoord. Ik liep de aula binnen en wat schetste mijn verbazing? Een prachtige, gloednieuwe, glanzende, grote koffieautomaat met alles erop en eraan, helemaal voor ons! Klassieke muziek speelde in mijn hoofd en ik zag overal vuurwerk en hartjes. Ik kon mijn geluk niet op al snel kwam iedereen kijken naar de nieuwe aanwinst die met meer blijheid ontvangen werd dan menig geldprijs bij miljoenenjacht. Er werden selfies gemaakt en high fives uitgedeeld. Ons lange wachten werd beloond. En wat bleek? De heerlijke warme schuimige cappuccino die mijn nieuwe vriend mij ‘schonk’ is kwalitatief veel beter dan de oude. Om het feest helemaal compleet te maken ook nog 20 cent goedkoper.

Het onderzoek naar de verdwenen oude machine is nog niet afgerond. Waarom deze plotseling zo respectloos werd afgescheept zonder afscheid te kunnen nemen is ons onbekend. Was hij te oud? Lag het aan de filter? (Ho wacht, op m’n woorden passen nu) Hoe dan ook, we zijn gered. En dan nu: koffie!

  

Gefeliciteerd, je hebt gefaald!

“Tessa, we zullen je helaas moeten verwijderen van de havo.” “Je bent gezakt voor je rijbewijs.” “Het is niet meer mogelijk je propedeuse te halen.” “Je ingeleverde product is helaas nog onvoldoende.” “Je hebt je Performance Assessment niet gehaald.” “Je bent niet toegelaten op het St. Lucas college.” “Je voorbereiding laat te wensen over.” “Uitslag LKBT rekenen: onvoldoende.”

Dit is nog maar een kleine greep uit de uitspraken die ooit tegen me gezegd zijn met maar één conclusie: gefeliciteerd, je hebt gefaald. En terwijl de uitnodigingen voor examenfeestjes, etentjes voor dat belangrijke gehaalde examen of andere succeservaringen me om de oren vliegen zijn de meeste tranen die ik ooit heb gelaten te linken aan het feit dat ik had gefaald. Nu ik dit schrijf besef ik dat ik, als ik al die fouten niet had gemaakt, ik een heel ander leven zou hebben gehad. Een leven achter een bureau maar dan zónder kindjes, onvoorstelbaar saai dus.

Vroeger werd mij vaak gezegd  “van fouten kun je leren” en “fouten maken is niet erg”. Die uitspraken deden me niet zoveel, eigenlijk nog steeds niet. Je hebt je best gedaan voor iets en het is je niet gelukt. Je vergelijkt jezelf met alles en iedereen die het wel goed heeft gedaan en voelt je ongelooflijk stom. Lieg nooit tegen jezelf. Je bent gezakt dus je bent nu nog niet goed genoeg. Hoe moeilijk het ook is, probeer anderen niet de schuld te geven. De meeste uitvindingen zijn gedaan doordat iemand iets fout deed en zo iets ontdekte wat nog niemand wist. Vaak is het de terugblik achteraf, misschien zelfs jaren later die je doet beseffen hoe goed je weg bent gekomen en wat je ervan hebt geleerd. Ik weet inmiddels 1000 manieren waarop ik iets níet moet doen.

Als je slaagt word je onthaald als een held. Je krijgt kusjes, knuffels, kaartjes, slingers, felicitaties. Iedereen is trots op je. Je bent een kanjer. Wat nou als we deze positieve aandacht voortaan aan de diegenen geven die ’t het hardst nodig hebben omdat ze verdrietig zijn? In plaats van een schrale je hebt toch je best gedaan.

Vraag jezelf maar eens af wat nou echt de grootste fout is die je ooit gemaakt hebt. Over het algemeen zijn dat dingen die beginnen met iets kleins. Misschien heb je je broertje uitgescholden of heb je een half kapotte auto gekocht? Misschien baal je ervan dat je ooit bent begonnen met roken, miste je net dat ene doelpunt of was je op het verkeerde moment op een verkeerde plaats? Hoe dan ook, wat het ook is. Je hebt ervan geleerd. Niet meer doen.

En lieg nooit tegen jezelf…

  

Kleine superhelden en grote voordringerds 

Twee dagen in de week loop ik momenteel stage in een hele lieve kleuterklas. Dit zijn de twee meest intensieve dagen van mijn week. De dag begint vroeg, er is constant drukte om me heen, er zijn kinderen de héle dag op je schouder tikken, ze vragen je het hemd van ’t lijf, ze nemen de hele zandbak mee het lokaal in en als ik ’s avonds in bed lig hoor ik nog steeds ‘juffrouw Tessa! Juffrouw Tessa!’ Toch zou ik deze dagen voor geen miljoen willen missen. Waarom? Omdat wij als ‘volwassen’ mensen nog een hele hoop kunnen leren van deze kleine helden.

Hoe meer ik met kinderen werk, hoe meer ik besef hoe weinig volwassenen van het leven begrijpen. Toen ik laatst na een dag werken naar huis reed was ik nog geen 10 minuten onderweg voor de eerste volwassene me al gefrustreerd had. In de file staan is al niet m’n hobby en ook ik zit te vloeken en tieren als er een patserbak besluit zich voor mijn auto te gooien. Ik stak één van mijn vingers stoïcijns de lucht in, en het was niet mijn duim. Eenmaal gekalmeerd bedacht ik me dat alleen volwassen mensen deze frustratie in me los kunnen maken. Kinderen niet.

Over het algemeen zijn de kleine kanjers veel beter in incasseren dan ik. Als ze naar de wc gaan nemen ze de plasketting mee. Als die er niet hangt wacht je even. Zo makkelijk is het. De meeste kleuters plassen nog liever in hun broek dan dat ze zonder ketting naar de wc gaan. Het is gewoon de regel, waarom moeilijk doen? 

Ze zijn blijer met kleine dingen. De een straalt van geluk als ze even bij me op schoot mag zitten en de ander maakt een huppeltje als we buiten gaan spelen. Volwassenen zijn vergeten hoe vet sommige dingen zijn. Ze gooien bijvoorbeeld bubbeltjes-plastic weg. Hoe kun je?! Daarmee kun je jezelf urenlang bezighouden. Bubbeltjes-plastic is een geweldig concept. Voor kinderen zijn vlekken op hun broek een teken dat ze het naar hun zin hebben gehad. Volwassenen bedenken dan zoiets als een wasmachine. Wij noemen het pauze, zij noemen het speelkwartier.

Laten we nu eens met z’n allen afspreken niet meer zo moeilijk te doen? De dag dat je bent gestopt ‘samen spelen samen delen’ te zeggen is de dag dat je bent verzuurd voor het leven. Stop met zeuren. Stop met voordringen en stop met liegen tegen jezelf (bijvoorbeeld over je leeftijd of je maat). En als je het nu nog steeds niet begrijpt, ga eens langs bij de dichtsbijzijnde kleuterschool. Die supersterren weten het wel. 

  

Een ode aan de veldsla-vreter

Stiekem ben ik altijd een beetje jaloers op van die kleine elegante meisjes die heel fancy een bak sla kunnen opeten terwijl ik handig een groot Mac Chicken menu naar binnen schuif om vervolgens weer in de rij te gaan staan voor een Mac Flurry. Hoe graag ik ook tot de categorie ‘fancy veldsla-vreters’ zou willen behoren, ik krijg het niet voor elkaar. Ik blijf een soort healthy lifestyle barbaar.

Alsof dat op zich al niet confronterend genoeg is besloot een vriend van me afgelopen week een koolhydraatarm dieet te starten. Ik zal het nog een keer zeggen: koolhydraatarm! Dat zijn dus 0 koolhydraten. Hij mag sla, en sla, en sla, en paprika, een ei, en sla. Hij mag straks dan wel een goddelijk lichaam krijgen maar met het chagrijnige gezicht wat hij er nu bij op zet trekt hij vast geen bekijks. Ik heb nog nooit iemand in relatief zo weinig tijd ‘ik wil een kaassoufflé!’ horen zeggen. Echt. Het is schrijnend.

Je zou denken dat deze marteling voor hem al erg genoeg is maar met mij als BFF is het gewoon niet te doen. Ik deins er dan ook niet voor terug met hem de kaassoufflé discussie aan te gaan. Want zeg nou zelf, als je dan nog één snack zou mogen kiezen. Dan toch zeker niet de kaassoufflé?! Zodoende besloot ik een mondeling betoog te houden over de winnaar der snacks; de frikandel! Een andere klasgenoot ving dit op en bracht in de pauze een frikandel voor me mee. *yeah*

Wellicht schets ik nu het beeld dat ik 250 kilo weeg en je een lunchpakketje mee moet nemen als je om me heen wilt lopen maar dat valt gelukkig mee. Niet omdat ik echt aan sport doe. Nee, ik ben 1.80m en werk met kleuters. Eigenlijk ben ik dus de hele dag door aan het squaten. 

Mijn maatje, laat ik hem even Holle Bolle Gijs noemen – wel zo relaxed dat er in papier waarschijnlijk geen koolhydraten zitten – is een van de beste leerkrachten in wording die ik ken. Helaas zullen zijn kinderen de komende weken even dekking moeten zoeken onder hun tafels. Ze begrijpen vast wel dat ze even extra lief moeten zijn omdat hun meester even de (koolhy)draad kwijt is.

Ondanks het gebrek aan mentale steun van mij moet ik bekennen veel  respect te hebben voor zijn discipline en ben ik de eerste die de blokjes op zijn sixpack telt als het zo ver is. Niet voor niets schrijf ik deze ode aan hem. Hij de looks, ik de lach. Al is lachen lastig met m’n mond volgepropt met donuts.

  

Open brief aan al mijn toekomstige leerlingen

Lieve (toekomstige) leerling,

Wat is het toch eigenlijk gek. Als je een nieuwe stofzuiger koopt krijg je er vaak een gigantische gebruiksaanwijzing bij, maar als je een nieuwe juf krijgt moet je zelf maar uitzoeken hoe het allemaal werkt. Daarom schrijf ik deze brief aan jou.

Misschien lig je de laatste zondagavond na de grote vakantie wel te woelen en te draaien in je bed. Misschien vind je het heel spannend om weer naar school te gaan en ben je zelfs een klein beetje zenuwachtig. Wat gaat er allemaal gebeuren dit schooljaar? Zal het wel gezellig worden? Hoeveel ga ik leren? Maak ik vrienden of juist ruzie? Één ding moet je weten: ik vind het ook best wel spannend.

Ik weet dat het soms knap lastig kan zijn om lang stil te zitten op je stoel. Sommige kinderen kunnen dat heel goed, misschien vind jij dat niet fijn. Dan denk ik aan die keren dat ik om 16.10 nog op de Fontys in de collegebanken zit, dat m’n rug pijn doet en m’n ogen bijna dichtvallen. We proberen dan wel eens met een onverwachts applaus de leraar het gevoel te geven dat het tijd is om af te ronden. Ik weet dat het niet altijd leuk is en ik probeer je zoveel mogelijk te laten bewegen maar soms moet je ook even goed oefenen. Weet dat ik alles zal doen wat binnen mijn macht ligt om je nóg slimmer te maken dan je al bent.

Weet dat ik niet meteen hysterisch op je af kom rennen als je bent gevallen op de speelplaats. Je hoeft niet eerst rond te kijken om te zien of ik het zie om dan pas te gaan huilen. Ik heb het gezien, maar vallen hoort bij spelen. Kom naar me toe. Ik stel je gerust, we deppen je schaafwond schoon en je krijgt een pleister. Je bent groter en sterker dan je denkt.

Besef dat je altijd goed moet luisteren naar de complimentjes die ik je geef. Bewaar ze goed en doe je best ze niet te vergeten. Ik meen ze namelijk oprecht. Of ik nu zeg dat je netjes kan schrijven, dat ik het knap vind dat je die lastige rekensom zo goed hebt gemaakt of dat je de beste voetballer van de klas bent. Ik heb je talent gezien en dat mag worden gezegd. Je mag er trots op zijn want je hebt het helemaal zelf bereikt. 

Accepteer dat ik soms een beetje moe ben, geen zin heb, geïrriteerd ben, de slappe lach heb of de hele tijd liedjes zing. Ik vind het belangrijk om echt te zijn bij je. Ik zou de hele dag kunnen acteren maar dat heb jij wel door. Jij bent echt niet gek. Ik zal voor jou hetzelfde doen omdat ik weet dat je je niet altijd hetzelfde kan voelen. Ik begrijp dat je verdrietig bent als papa en mama gaan scheiden of dat je moe bent omdat je voor je jongere broertje zorgt. En als ik het niet weet, vertel het me. Alleen zo worden we een team.

Praat met me. Vertel me álles. Ik wil graag weten wat je in het weekend hebt beleefd, dat je bij opa en oma hebt gelogeerd, dat je zus een cavia heeft gekregen en dat je bijna kampioen bent geworden. Het spijt me dat ik niet altijd veel tijd heb om naar je verhalen te luisteren, maar dat wil niet zeggen dat ik ze niet wil horen.

Begrijp dat ik niet iedereen hetzelfde kan behandelen. Jullie zijn nou eenmaal allemaal anders. Één van de mooiste dingen die ik heb geleerd de afgelopen tijd is; het gelijk behandelen van ongelijken is net zo oneerlijk als het ongelijk behandelen van gelijken. Sommige kinderen mogen iets anders. Ze mogen bijvoorbeeld een brief naar de directeur brengen of thee halen. Sommigen hebben een wiebelkussen en anderen krijgen een andere stempel. Dat is niet erg want ik weet heus wel dat jij ook je best doet.

Ik maak soms fouten maar gelukkig heb ik jullie om me te helpen. Als je zou weten hoeveel zorgen ik me soms om je kan maken zou je kunnen betwijfelen of het verstandig is om ooit zelf kinderen te krijgen. Maar goed, dat zien we dan wel weer.

Liefs,

Juffrouw Tessa

  

De spreekbeurt: van stotteren naar shinen

Als (bijna) juf zijnde is de spreekbeurt voor mij één van de hoogtepunten van de week. In mijn ogen zelfs een fenomeen. In een paar minuten tijd zie je een kind veranderen. Het kan een hoogte- of dieptepunt betekenen maar hoe dan ook is het een moment of fame.

Ik zie mezelf nog staan als klein meisje van 8. Blonde haartjes in twee staartjes, met potjes voor me op tafel en zweet in m’n handjes stond ik over m’n brilletje heen de klas in te kijken. Mijn spreekbeurtdebuut over het lieveheersbeestje. (Ik moest mijn liefde voor pinguïns nog ontdekken.) Ik wist er natuurlijk álles over. ‘Aan het aantal stippen op zijn rug… Kun je zien..’ precies ja. En de juf, die keek me supertrots aan.

Jaren later kreeg ik een nieuwe kans. Ik praatte veel te snel waardoor ik op het allerlaatste moment moest kiezen tussen het woord ‘spelers’ of ‘deelnemers’. Voor ik het wist passeerde het woord ‘speelnemers’ spontaan mijn lippen. Even was het stil voordat de klas hard moest lachen. Intens geluk overviel me. Toen wist ik het; de rest van mijn leven wordt een spreekbeurt!

Inmiddels weet ik dat het spreken voor een grote groep niet altijd piece of cake is. Tijdens mijn stage op Mallorca in een enorm hotel had ik de twijfelachtige eer om de dag na de verloren WK finale tegen Spanje (ik zal het er niet inwrijven) een bingo te presenteren. In 5 talen, jawel, ook in het Spaans. Van de 900 aanwezige gasten was er geen Spanjaard te bekennen aangezien zij naar alle waarschijnlijkheid hun roes uitsliepen maar ik moest de Spaanse nummers omroepen van de directeur. Ik werd bekogeld met plastic bekers, peuken, drank en alles wat voor handen was door dronken Nederlandse jongeren. Ik bleef staan, maakte de avond af in alle talen en sloot af met ‘trouwens, ik ben Nederlands’. Ik heb nog een fles wijn gekregen van een half huilende puber met spijt.

M’n punt is; spreken in het openbaar kan je een wereldgevoel geven maar ook ontzettend tegenvallen. Iedereen die hier ervaring mee heeft zal dit beamen. Een spreekbeurt is hier het startpunt van. Door goed te oefenen met spreken en vertellen kan je later heel succesvol worden.

Na een adembenemende spreekbeurt afgelopen jaar van een leerling van groep 8 over kindermishandeling gaf hij na zijn goede beoordeling toe ‘ey juffrouw, ik heb dit gewoon gisteren pas voorbereid hè!’ Prima jongen, je hebt talent. Misschien word je wel de nieuwe Obama.

Dus… Zijn er nog vagen?!

Colt_Lieveheersbeestje%20800-600px

Oja, dit is een lieveheersbeestje. Doorgeven alsjeblieft!

Café Weemoed, of all places

‘Een avondje Weemoed’ is een begrip voor mij en een aantal van m’n vrienden. Het is hét perfecte alternatief voor als je niet de kracht en energie/geld hebt om volle bak op stap te gaan, maar zittend in een studentenkamer met een bak lauwe schultenbrau ook niet tot de opties behoort.

Zo’n avond staat garant voor onbeperkt slap lullen. Een plek waar de rest van de horecabazen gezien de prijzen van de ontelbare biertjes (mét bijbehorend glas) nog een puntje aan kunnen zuigen. Hier worden alle wereldproblemen tussen een Trippel Karmeliet en een la Chouff zo opgelost. Als je het waagt een zoete witte wijn te bestellen word je aangekeken alsof je zijn kat hebt aangereden.

Goedkoop bier, dan zal de eigenaar wel echt hart voor z’n vak hebben omdat het niet om de omzet draait. Maar zodra je binnenkomt en hij je met een scherpe, oprecht chagrijnige blik aankijkt ga je daar ook weer meteen aan twijfelen. Gelukkig doen de kanten gordijntjes, ouderwetse tafelkleedjes en de asbakken op de tafels veel voor mijn innerlijke rust.

Praat heb je in ieder geval niet te kort. Achterin zit een oude man met een witte baard die zo verdacht veel op kapitein Iglo lijkt dat je op slag zin krijgt in vissticks. Ooit werd ik aangesproken door een vriendelijke vent die net mijn opa niet had kunnen zijn. ‘Wat en jij een ontzettend leuke vrouw’ was zijn openingszin. Dat had ie snel gezien. Ik had een wereldavond.

Zodra je over de drempel van deze kroeg stapt ben je in één klap een hippie en deel je alles. Je peuken, je geld, je gedachten, alles.

Ondanks dat ze nog niet helemaal gewend zijn aan het bezoek van ons als twintigers zijn we altijd welkom, aanpassen is een eitje.

de Weemoed, dé plek om ongegeneerd dronken te worden.

weemoed

De vakantie van de juf

Als ik mensen vertel dat ik hard onderweg ben om op een dag een goede basisschool lerares te worden krijg ik nadat ze er een ‘oh, wat leuk’ uitpersen als tweede opmerking vaak ‘veel vakantie zeker?’ te horen. Inderdaad, zeker omdat ik zelf nog studeer heb ik tijdens de zomervakantie nog geen verantwoordelijkheden als toetsen nakijken, knuffels wassen, het volgende jaar voorbereiden en de action leeg kopen. Dat betekent: vrijheid! Maar het betekent ook jezelf bezig houden.

Terwijl mijn vrienden en vriendinnen hun dagen slijten op kantoor, horecagelegenheden (niet om zelf te drinken) en andere plekken om werknemer uit te hangen probeer ik met man en macht mezelf te entertainen. Ik ben niet iemand die zich snel verveelt, integendeel.

Ook bezoek ik deze zomer geen romantische tropische stranden en Disneyland Parijs in tegenstelling tot veel van mijn vrienden die aan de spreekwoordelijke ketting mee moeten.

De dagen dat mijn vriend(innen) of een van hun vrij is zijn onbeschrijflijk geweldig. Geluk is het enige dat groter wordt door het te delen. Dat houdt in dat vakantie voor mij betekent; schommelen tussen absoluut geluk vs dagen dat ik niemand heb om het mee te delen. Lees 5 keer m’n nagellak opnieuw doen en dat soort dingen.

Ondanks dat ik als een malle opzie tegen m’n laatste nog niet voldoende afgeronde assessment kan ik niet wachten tot de eerste dag dat ik weer ‘goedemorgen allemaal’ mag zeggen tegen ~25 lieve, nieuwe kindergezichtjes die me verwachtingsvol en nieuwsgierig aankijken.

Geluk is mooi als het diep van binnen zit en je het deelt met anderen – Guido Weijers